In honkbal is een inning een periode van het spel waarin beide teams aan de beurt zijn om te slaan en te verdedigen. Elke inning bestaat uit twee helften: de bovenkant en de onderkant. In de bovenkant van de inning speelt het uitspelende team, en in de onderkant speelt het thuisspelende team.

Hier zijn enkele kernpunten over innings:

• Aantal innings: Een reguliere honkbalwedstrijd bestaat doorgaans uit negen innings. In het geval van een gelijkspel na negen innings, worden extra innings gespeeld totdat een team wint.
• Doel: Het doel van elk team tijdens hun slagbeurt is om zoveel mogelijk punten te scoren door honken te bereiken en over de thuisplaat te komen.
• Defensieve rol: Terwijl een team aan het slaan is, verdedigt het andere team door de honken te bewaken, ballen te vangen en de slagers uit te schakelen door hen uit te maken via strikeouts, flyouts of groundouts.
• Inningswisseling: Na afloop van een inning wisselen de teams van rol, waarbij het team dat net heeft geslagen nu gaat verdedigen en vice versa.

Een inning is dus een fundamenteel onderdeel van het spel, waarbij elk team gelijke kansen krijgt om te scoren en te verdedigen.